04 nov 6 misvattingen over schijnzelfstandigheid: wat verandert er echt in 2025?
6 misvattingen over schijnzelfstandigheid: wat verandert er echt in 2025?
Veel zorgorganisaties zitten in angst en onzekerheid. Zij worstelen met zzp inzet vanaf 2025. Om zorgmedewerkers te overtuigen te kiezen voor een dienstverband, worden soms uitspraken gedaan die niet kloppen. Dit maakt zzp’ers soms onnodig ongerust. In dit artikel gaan we in op veelgehoorde misvattingen over de handhaving op schijnzelfstandigheid.
‘Vanaf 1 januari is zzp in de zorg niet meer mogelijk’
We zien diverse zorgorganisaties via e-mail of bijeenkomsten communiceren dat zzp in de zorg vanaf 2025 niet meer mogelijk zou zijn. Dat is onjuist. De wetgeving vóór 1 januari 2025 is dezelfde als ná 1 januari 2025. Deze wet heet de ‘wet DBA’ en bestaat al sinds 2016. Als je voor 1 januari 2025 zelfstandig ondernemer kunt zijn, kun je dat na 1 januari dus ook. Er is geen sprake van nieuwe zzp zorg regels in 2025. Wel proberen sommige zorgorganisaties en hun adviseurs jou te overtuigen te kiezen voor een vast dienstverband, een regie-arbeidsovereenkomst of een regionaal arbeidscontract. Daarmee voorkomen zij financiële risico’s. Om jou te overtuigen worden er soms grote uitspraken gedaan die doen lijken alsof er ontzettend veel voor jou verandert vanaf 1 januari 2025. Dat is niet het geval. Er verandert iets voor opdrachtgevers.
Wat is er wél aan de hand?
Vanaf volgend jaar lopen zorgorganisaties het risico dat zij bij een controle geconfronteerd worden met naheffingen. Na zo’n controle zou de Belastingdienst kunnen concluderen dat de opdrachtgever zzp’ers in een verkapt dienstverband heeft zitten. In zo’n geval zijn zzp’ers voor de ‘schijn zelfstandig’ geweest voor die specifieke opdracht. Het risico op controle bij zorgorganisaties leidt tot onzekerheid en ongerustheid, want het kan leiden tot naheffingen voor de zorgorganisatie. Hoe groter de zorgorganisatie, hoe meer zzp’ers er ingezet worden en hoe groter de financiële risico’s. Sommige organisaties durven wel en andere organisaties durven geen zzp meer in te huren als gevolg van dat risico. Omdat zorgorganisaties voor hun continuïteit afhankelijk zijn geworden van externe inhuur, hopen zij zzp’ers te overtuigen te kiezen voor een dienstverband. Zo houden ze de continuïteit van zorg op orde.
Tip: werk je vooral voor grote zorgorganisaties? Overweeg dan ook eens om jouw diensten aan te bieden aan kleinschalige organisaties.
‘De Belastingdienst ziet zorg zzp’ers 100% als schijnzelfstandig’
Een andere manier om zzp’ers ongerust te maken en richting een dienstverband te bewegen, is de opmerking dat de Belastingdienst alle zzp’ers in de zorg als schijnzelfstandige ziet. ‘Iedereen weet allang dat de zorg vol met schijnzelfstandigen zit’, lees je dan. Dat is onjuist. Binnen de groep zzp’ers zijn er schijnzelfstandigen en zelfstandig ondernemers. Niemand weet – ook de Belastingdienst en de minister niet – hoeveel schijnzelfstandigen er in Nederland zijn en waar ze precies zitten. In de zorg zijn dus zowel schijnzelfstandigen, als zelfstandig ondernemers actief. Eén van de grootste punten van kritiek op de handhaving van schijnzelfstandigheid, is dat ook zelfstandig ondernemers last hebben van de maatregelen. Zie jij jezelf als zelfstandig ondernemer? Laat je dan niet zomaar van de wijs brengen.
Wat is er wél aan de hand?
De Belastingdienst heeft al jaren een negatieve, vooringenomen houding richting zzp’ers in de zorg. Ze zijn op zoek naar een confrontatie met de zorgsector en zijn dan ook vorig jaar alvast gestart met het controleren van zzp constructies. Werkgevers in de zorg hebben geprobeerd om afspraken te maken met de Belastingdienst, maar dat ketste op het laatste moment af. Als gevolg daarvan zijn de gesprekken tussen opdrachtgevers in de zorg en de Belastingdienst voorlopig voorbij. Als we een praktijkvoorbeeld erbij pakken over hoe de Belastingdienst tot het oordeel ‘dienstbetrekking’ komt, dan zie je dat de fiscus allerlei argumenten vóór zzp in de zorg overslaat. Het goede nieuws is dat niet de Belastingdienst, maar de rechter uiteindelijk oordeelt over wel of geen dienstverband. De aankomende jaren zullen grote zorgorganisaties procedures aanspannen tegen het oordeel van de Belastingdienst. Dat kon tot nu toe niet, omdat er tot 2025 niet werd gehandhaafd.
Tip: ben je benieuwd naar de mogelijkheden die zorgorganisaties wél hebben met zzp’ers? Verdiep je dan in het Fiscaal Kompas
‘Als zzp’er in de zorg kun je niet werken zonder gezag’
Als je een verkapt dienstverband wil voorkomen, moet je ervoor zorgen dat jouw opdrachtgever geen gezag uitoefent tijdens jouw werk. Dit is de kern van de wet DBA. Het voorkomen van gezag regel je via een goede Overeenkomst van Opdracht (OvO). Het werk in de praktijk moet vervolgens aansluiten op wat je op papier afspreekt. Op het moment dat de Belastingdienst haar goedkeuring geeft aan een OvO dan noem je dat een ‘goedgekeurde modelovereenkomst‘. Voor de zorg heeft de Belastingdienst een aantal maal zo’n modelovereenkomst goedgekeurd. Zowel voor ‘extramurale’ zorg zoals de thuiszorg, als een modelovereenkomst voor ‘intramurale’ zorg binnen een instelling. De veelgehoorde opmerking dat je als zzp’er in de zorg ‘altijd instructies en gezag ontvangt’ van jouw opdrachtgever en ‘dus in een dienstverband zit’, is dus niet waar. Anders waren er geen goedgekeurde modelovereenkomsten geweest. Sterker nog, wat ons betreft kent de zorgsector weinig gezag vanwege de professionele autonomie van zorgmedewerkers. Ook hier geldt: het is straks allemaal aan de rechter.
Wat is er wél aan de hand?
De manier waarop zzp’ers worden gecontracteerd door zorgorganisaties, moet een stuk professioneler. Het Fiscaal Kompas ZZP Zorg heeft dit uitgebreid uitgewerkt voor zzp’ers én hun opdrachtgevers. Stevige zelfstandig ondernemers in de zorg, ontvangen geen gezag. Dat is het uitgangspunt. Daarvoor is wel nodig dat je jouw ondernemerschap goed uitwerkt en invult. Daar horen onder meer de eisen van de Wkkgz en de Wtza bij. De goedgekeurde modelovereenkomst maakt onderdeel uit van Fiscaal Kompas ZZP Zorg.
Tip: wil je meegenomen worden in hoe je voldoet aan het Fiscaal Kompas? Kijk dan ons gratis webinar.
‘Je doet ingebed werk, dús je werkt in dienstverband’
Als opdrachtgevers niets meer willen met zzp’ers, dan verwijzen zij vaak naar de DBA wet en Deliveroo uitspraak. Je hoort dan als zzp’er dat je in dienst bent omdát je ingebed werk doet. Alhoewel de Hoge Raad via pizza bezorgers geen politieke uitspraak wilde doen over alle zzp’ers in Nederland, is het dit wel geworden. Omdat het werk van bezorgers ‘ingebed’ was in de activiteiten van Deliveroo, was er sprake van een dienstverband. Allerlei adviseurs zijn zich hier vervolgens toe gaan verhouden en organisaties namen dit klakkeloos over. De ‘inbedding’ werd heilig verklaard en om die reden horen zzp’ers dat zij bij ingebed werk in een dienstverband werken. Ook de nieuwe zzp ja of nee gaat al sterk uit van ‘inbedding’ als bepalend onderwerp. Dat is niet juist. De wet DBA en wel of geen dienstverband vraagt een zogenaamde ‘holistische benadering’ waarbij ‘alle feiten en omstandigheden’ meegenomen moeten worden voor een goede beoordeling van de arbeidsrelatie. Eén element eruit tillen en deze heilig verklaren, is niet de juiste weg.
Wat is er wél aan de hand?
Een nieuwe concept zzp-wet – VBAR geheten – heeft als uitgangspunt dat ingebed werk automatisch een dienstverband zou moeten zijn. Een journalist bij een mediabedrijf, een softwareontwikkelaar bij een IT-bedrijf, een docent bij een onderwijsinstelling en een marketingmedewerker binnen een bedrijf zijn een paar voorbeelden die bij zo’n nieuwe wet onmogelijk zouden worden voor zzp’ers. Zover is het echter nog lang niet. De kritiek op deze concept wet is groot, omdat opdrachtnemers als zelfstandige willen blijven werken en opdrachtgevers lang niet altijd werkgever willen zijn. Het staat dus helemaal niet vast dat ‘ingebed’ werk via de wet bepalend wordt voor zzp.
‘Zorgorganisaties moeten stoppen met zzp’ers’
Of zorgorganisaties doorgaan met zzp inhuur, is aan henzelf. Niemand dwingt zorgorganisaties om te stoppen met zzp inhuur en niemand dwingt hen om ermee door te gaan. Dat is de afgelopen jaren het geval en is de aankomende jaren ook zo. Of jouw opdrachtgever het risico aan durft om te kiezen voor continuïteit van zorg met behulp van zzp’ers, is aan jouw opdrachtgever. De opmerking dat ‘zorgorganisaties gedwongen worden om te stoppen met zzp-inhuur‘ is dan ook onjuist. Het besluit om te stoppen met zzp inhuur of dit af te bouwen is een vervelende boodschap aan het adres van opdrachtnemers – de zzp’ers. Vandaar dat zorgorganisaties er soms voor kiezen om de oorzaak van zo’n besluit buiten zichzelf te leggen. ‘De Belastingdienst dwingt ons!‘ klinkt het dan. Dat is niet het geval.
Wat is er wél aan de hand?
Zoals gezegd worden zorgorganisaties voor het eerst sinds 2016 geconfronteerd met het risico van een naheffing. Dat is in wezen de enige verandering vanaf 1 januari 2025. De kosten voor een opdrachtgever bij schijnzelfstandigheid zijn aanzienlijk, als de rechter uiteindelijk beslist dat er sprake is van een verkapt dienstverband. Of er sprake is van een dienstverband staat niet vast. Daarnaast is de vraag hoe groot de kans op een controle is. De boodschap is vooral dat zzp’ers zich geen zorgen hoeven te maken over handhaving wet DBA. De Belastingdienst heeft voor heel Nederland 70 fte, zo’n 80 mensen beschikbaar om alle controles op schijnzelfstandigheid mee te doen. Alleen al in de zorg zijn tienduizenden zorginstellingen die gebruik maken van zzp’ers.
‘De risico’s voor schijnzelfstandigheid liggen bij de zzp’er’
“Als de Belastingdienst jouw werk ziet als een dienstverband, kun je je status als zelfstandige kwijtraken”, zo luidt de opmerking op een website van een grote zorgorganisatie. De uitspraak suggereert dat vooral de zzp’er een groot probleem heeft als de Belastingdienst controleert. Dit is niet juist. De Belastingdienst controleert opdrachtgevers in het kader van de wet DBA en schijnzelfstandigheid. De organisatie wordt beoordeeld op de ‘arbeidsrelatie’ met een opdrachtnemer en als er sprake is van een ‘dienstbetrekking’ dan zijn de gevolgen vooral voor de opdrachtgever. Het bijzondere is dat het woord ‘schijnzelfstandige‘ lijkt te gaan over de zzp’er, terwijl de gevolgen dus vooral voor de opdrachtgever zijn. Controle op ‘schijnopdrachtgevers’ zou meer passend zijn.
Wat is er wél aan de hand?
Als er een opdracht is die jij binnen een dienstverband hebt uitgevoerd, dan kan dat gevolgen hebben voor jouw urencriterium. Immers, de benodigde 1225 urengrens staat onder druk als een deel van die uren binnen een dienstverband heeft plaatsgevonden. Voor jouw eigen ondernemerschap kan een opdracht binnen dienstverband dus wel gevolgen hebben. Ook komt het voor dat zzp’ers een overeenkomst tekenen waarbij de risico’s voor een verkapt dienstverband met de opdrachtgever, bij de opdrachtnemer worden neergelegd. Het is belangrijk om hier niet mee akkoord te gaan.
Tip: check de overeenkomsten van opdracht die je op dit moment hebt lopen.
Bron: zzp-erindezorg.nl